Snoeien

Bij het snoeien van bomen maken we onderscheid in het type snoei:

Jonge bomen in hun jeugdfase begeleiden we naar volwassen bomen.

Tijdens deze snoei worden de bomen opgekroond naar de gewenste takvrije stamlengte.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen tijdelijke kroon en blijvende kroon. Alle probleemtakken worden in de tijdelijke kroon verwijderd. In de blijvende kroon mogen de takken meestal blijven zitten (als ze geen grote problemen opleveren).
Het opkronen doen we het liefst in deze (jeugd-)fase van het leven van de boom omdat de takken die moeten verwijderd worden dan een relatief klein diameter hebben.

Deze snoei is vooral bedoeld voor volwassen uitgegroeide bomen. Bij onderhoudsnoei zijn er verschillende types:

Bij het uitlichten wordt de volledige kroon licht gesnoeid. Resultaat van deze snoei is dat de kroon transparanter is. Deze snoei doen we veel bij mensen die hun bomen graag zien en ze niet drastisch willen inkorten. Na de snoeien hebben de mensen terug meer licht. De boom ondervindt weinig hinder van deze snoei.
Het innemen of reduceren van een boom doen we vooral wanneer deze aangetast is door een houtzwam die de stabiliteit kan ondermijnen. Door het reduceren van de kroon, verminderen we de windbelasting. Hierdoor kan een boom op veel plaatsen nog een lange tijd blijven staan. Deze bomen moeten dan wel opgevolgd worden.
Kandelaberen: dit type snoei wordt toegepast wanneer bv. de wortels tijdens graafwerkzaamheden beschadigd of verwijderd werden. Deze snoei is een effectieve maatregel voor het verminderen van een mechanische belasting en verkleint het risico op windworp.

Ook bij vormsnoei maken we onderscheid in verschillende types:

Leibomen: bvb. Leilindes zijn bomen die geleid werden langs een constructie en jaarlijk gesnoeid mogen worden.
Knotbomen: bvb. knotwilgen worden volgens een cyclus van (bijvoorbeeld) om de 5 jaar geknot voor het hout. Knotbomen vormen een habitat voor veel verschillende soorten insecten, vleermuizen, vogels het ecologisch aspect is heel belangrijk.
Kandelaren van bomen: Deze snoei proberen we zo weinig mogelijk toe te passen en passen we enkel toe op bomen die om deze reden zijn aangeplant. Bij het kandelaren van bomen worden alle gesteltakken ingekort en dit om de 3 à 5jaar. Dit is de snoei die vroeger op vele bomen werd toegepast. Wij passen dit enkel toe op jonge bomen omdat deze dit type snoei nog goed kunnen verdragen. Deze snoei wordt ook toegepast omdat veel bomen op de verkeerde plaats worden geplant.
- Bijvoorbeeld: een plataan die 30m hoog kan worden wordt in een stadstuintje geplant. Hier kunnen we niet anders dan de boom kandelaberen. Bij oude snoeien voeren we deze snoei niet uit, omdat deze dit type snoei niet goed kunnen verdragen. Toch proberen we altijd een evenwicht te vinden tussen mens en boom niet altijd even simpel.